HARTFALEN
Hartfalen houdt in dat het hart niet goed meer kan pompen. Door deze verminderde pompwerking van het hart kunnen er verschillende lichamelijke klachten optreden. Organen kunnen niet meer van genoeg zuurstof worden voorzien. De aandoening komt veel voor in Nederland. Twintig tot dertig procent van de Nederlanders heeft het. Wanneer de rechterkant van het hart niet goed meer pompt, ontstaat er vochtophoping in benen, voeten en buik. Wanneer de linkerkant van het hart niet goed meer pompt, ontstaat er vochtophoping in de bloedvaten van en naar de longen. Dit bloedvocht gaat uit deze vaten lekken en kan zich ophopen in de longen.
Er zijn vier verschillende stadia van hartfalen:
- Stadium 1: de patiënt ervaart zelf geen klachten
- Stadium 2: de patiënt heeft alleen klachten bij forse inspanning
- Stadium 3: de patiënt heeft klachten bij matige inspanning
- Stadium 4: de patiënt heeft al klachten in rust of bij lichte inspanning
Het is in de meeste gevallen een chronische aandoening, maar kan soms ook acuut optreden. De patiënt krijgt het dan in korte tijd ernstig benauwd door vocht wat zich in en/of achter de longen ophoopt. In deze gevaarlijke situatie dient men meteen een huisarts of ambulance te bellen.
Wat zijn de oorzaken?
Er zijn een aantal oorzaken. De meest voorkomende oorzaak is een eerder hartinfarct. Door het hartinfarct is de hartspier (deels) beschadigd waardoor de pompfunctie afneemt. Daarnaast kunnen niet goed werkende hartkleppen zorgen voor een overbelasting van de hartspier, omdat het hart dan extra hard moet werken. Ook een hoge bloeddruk kan hartfalen veroorzaken. Dat komt doordat het hart dan harder moet pompen en de hartspier zo dikker en stijver wordt. De pompkracht neemt daardoor af.
Hartritmestoornissen kunnen ook een oorzaak zijn. Men spreekt van hartritmestoornissen als het hart langdurig te snel of te langzaam klopt. Dit is een flinke belasting voor het hart en kan resulteren in hartfalen. Daarnaast is er bij ziekte van de hartspier (cardiomyopathie) sprake van een niet optimale bouw van de hartspiercellen waardoor de hartwand te slap of juist te stijf is. Hierdoor is de pompwerking van het hart niet optimaal. Tot slot kunnen bepaalde medicijnen en een verhoogde leeftijd ook oorzaken zijn.
Wat zijn de symptomen?
Hartfalen heeft typische symptomen waaraan men deze aandoening kan herkennen. Zoals al eerder beschreven, kan er vochtophoping in benen, voeten en buik optreden. De omvang van deze lichaamsdelen neemt toe. Uw lichaamsgewicht kan dan ook toenemen, terwijl u niet meer bent gaan eten. Vaak ervaart men ook dat men 's nachts vaker moet plassen, terwijl dit overdag juist minder is.
Door de verminderde pompfunctie van het hart ervaart men ook vermoeidheid en kortademigheid. Dit kan al bij lichte inspanning zijn, zoals traplopen. Wanneer er vocht in en/of achter de longen komt, kan men een ruis in de ademhaling of een prikkelhoest ervaren. Men kan koude handen en voeten krijgen door de verminderde bloedcirculatie. Tot slot kan men minder eetlust krijgen en slecht slapen.
Wat is de behandeling?
Wanneer uw arts vermoedt dat u hartfalen heeft, zijn er enkele onderzoeken en testen die dit kunnen bevestigen of uitsluiten, zoals een hartfilmpje, een echo van het hart of een inspanningsonderzoek. Wanneer er vastgesteld is dat u de aandoening heeft, is de behandeling afhankelijk van de oorzaak.
Behandeling is afhankelijk van de oorzaak
Wanneer een niet goed sluitende hartklep de oorzaak is, kan men soms een nieuwe hartklep inbrengen wat ervoor kan zorgen dat de klachten verdwijnen. Wanneer een vernauwing in één van de hartslagaders de oorzaak is van het zuurstoftekort in een deel van het hart en daardoor het hart dwingt om harder te werken, kan deze vernauwing met een dotterbehandeling of bypassoperatie verholpen worden. De klachten kunnen dan afnemen.
Tot slot kan in enkele gevallen een harttransplantatie een optie zijn, maar er zijn helaas maar weinig donorharten beschikbaar. Echter in veel gevallen zijn de klachten niet te verhelpen door middel van een operatie en zal men met deze klachten moeten leren leven. Een juist eetpatroon, zoals een zoutarm dieet, en genoeg lichaamsbeweging zijn belangrijk om de klachten te verminderen.
Beweging is belangrijk om een optimale conditie op te bouwen. Deze kan men opbouwen door gedoseerde duurtraining, zoals wandelen of fietsen, met voldoende rustpauzes. Ook medicijnen, zoals plastabletten of bètablokkers kunnen de klachten verminderen.